Deel 4
Waarin iedereen in oude gewoontes vervalt en de
roversdochter het heft in eigen hand neemt.
Aan alles komt echter een eind, ook aan geluk en nieuwe jurken. De koning weigerde losgeld te sturen en als snel begon de oude vrouw weer te zeuren dat haar dochter zo nutteloos was. 'Nu hebben we nog een extra mond te voeden ook!' Erger nog, het prinsesje begon mee te zeuren. In haar nieuwe jurkje waren al snel weer gaten gekomenen aangespoord door de oude vrouw verweet het prinsesje de roverdochter alles wat maar los en vast zat. 'In mijn oude jurkje zaten tenminste parels! Had ik mijn paleis maar nooit verlaten,' sneerde het prinsesje. 'Nu woon ik hier met jou in een krot! En je kunt niet eens je oude moeder goed verzorgen.Bah!' De roverdochter vond dit allemaal heel oneerlijk.
Op een nacht, toen de oude vrouw en het prinsesje zo lang gezeurd hadden dat ze uiteindelijk al zeurend in slaap waren gevallen, sloop de roverdochter verdrietig het hutje uit. Ze liep naar de rand van het donkere bos en keek naar het paleis in de verte en de vervallen huisjes van de mensen die er in de buurt woonden. Er hing een bijna tastbare stilte. De roverdochter wist wat haar te doen stond. Ze greep een dikke boomtak en marcheerde vastberaden naar het paleis. Alle mensen die haar zagen lopen, wisten direct dat hier iemand liep met een doel en mensen met een doel mag je niets in de weg leggen. Daarom liet iedereen haar doorlopen. Sommige mensen juichten haar zelfs toe, maar de roverdochter hoorde dat niet. Het enige wat ze wist, was dat ze naar het paleis moest. Toen ze bij de poort kwam, lieten de wachters haar zo verdergaan, geschrokken als ze waren van de vastberaden blik in haar ogen. Zonder al te veel moeite kwam de roverdochter in de troonzaal, waar de koning nog steeds op zijn stapel goud zijn zegeningen telde en maar niet uitgeteld raakte. 'Zo, nu is het tussen jou en mij,' gromde de roverdochter strijdlustig.
Hoe zou het aflopen?
BeantwoordenVerwijderen