Deel 2
Waarin de roversdochter haar entree maakt
en over waardevolle skills blijkt te beschikken
Net toen de prinses een gierende uithaal deed – een onderdeel van prinsessig zijn waarin zij heel bedreven was- verscheen er een ander meisje ten tonele en ging naast haar zitten. Dit meisje was een roverdochter, dat kon iedereen zien aan haar kleren, de talloze gouden oorbellen in haar oor en de zakdoek om haar nek, maar het prinsesje lette nooit op andere mensen en zag dus niets.
'Waarom huil je, meisje?' vroeg de roverdochter.
'Omdat het licht niet doet wat ik wil!' snotterde de prinses.
Als de roverdochter al iets dacht, dan hield ze haar gedachte goed verborgen.
'Waarom denk je dat het licht moet doen wat jij wilt?'
'Omdat ik het prinsesje ben natuurlijk!'
Als de roverdochter al iets dacht, dan hield ze haar gedachte goed verborgen, net als de verbazing die haar beving. Ze had helemaal niet gedacht dat dat wichtje in haar van de ratten aangevreten jurkje een prinsesje zou zijn.
De roverdochter, die zeer bedreven was in het woudlopen en pionieren en dat soort dingen, haalde een glazen potje tevoorschijn en voor het prinsesje nog een keer gierend kon uithalen, had ze tientallen vuurvliegjes in het potje gevangen.
'Hier heb je licht,' zei ze, 'maar waarvoor wil je het gebruiken?'
'Om naar de oude vrouw in het donkere, donkere bos te gaan,' zei het prinsesje, terwijl ze een verdwaalde traan van haar wang afveegde.
Als de roverdochter al iets dacht, dan hield ze haar gedachte goed verborgen, net als het sluwe plan dat zich in haar hoofd begon te vormen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten